Info over ADHD

heb je een persoonlijkheidsstoornis welke dan ook, wil je er iets over kwijt. dan kan dat hier
Plaats reactie
Gast

Info over ADHD

Bericht door Gast » 12-05-2011 14:54

ADHD betekent Attention Deficit Hyperactivity Disorder, oftewel aandachtstekort/hyperactiviteitstoornis.

Het "aandachtstekort" slaat niet op onvoldoende aandacht krijgen. Wel kan iemand met ADHD onvoldoende aandacht schenken aan zijn of haar omgeving. Daardoor is het niet goed mogelijk om de aandacht bij één ding tegelijk te houden (concentratiegebrek). Een ADHD'er wordt snel afgeleid.

Hyperactiviteit kan zich uiten door lichamelijke onrust, maar ook door innerlijke onrust en impulsiviteit. Bij hyperactiviteit kan er ook sprake zijn van overmatige beweeglijkheid. Deze beweeglijkheid is door ADHD'ers vaak moeilijk te onderdrukken. Sommige ADHD'ers lijken zelf weinig tot niet bewust van hun eigen beweeglijkheid tot hen hierop gewezen wordt. De mate en manier van beweeglijkheid is voor elke ADHD'er verschillend. Sommigen maken voornamelijk grote bewegingen met benen of armen, sommigen friemelen meer met de vingers en handen. De beweeglijkheid kan in verschillende situaties ontstaan of verergeren. Over het algemeen zijn dat situaties met stress of een drukke omgeving (een situatie waarin veel prikkels moeten worden verwerkt).

Impulsiviteit ontstaat doordat teveel indrukken worden gevolgd door bijbehorend handelen. De handelingen moeten direct plaatsvinden en kunnen niet worden uitgesteld. Handelingen die eenmaal in gang zijn gebracht kunnen niet meer worden gestopt en moeten eerst worden afgemaakt. Er kan vaak minder goed onderscheid worden gemaakt tussen belangrijke en minder belangrijke zaken. Bij taken worden dan verkeerde prioriteiten gelegd.

Het voortdurend reageren op de omgeving en gevolg geven aan impulsen veroorzaakt het kenmerkende drukke gedrag van personen met ADHD

DSM-IV-TR criteria ADHD

A. Ofwel (1), ofwel (2)

1.

Zes (of meer) van de volgende symptomen van aandachtstekort zijn gedurende ten minste zes maanden aanwezig geweest in een mate die onaangepast is en niet past bij het ontwikkelingsniveau:

* Aandachtstekort

1. slaagt er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details of maakt achteloos fouten in schoolwerk, werk of bij andere activiteiten
2. heeft vaak moeite de aandacht bij taken of spel te houden
3. lijkt vaak niet te luisteren als hij/zij direct aangesproken wordt
4. volgt vaak aanwijzingen niet op en slaagt er vaak niet in schoolwerk, karweitjes af te maken of verplichtingen op het werk na te komen (niet het gevolg van oppositioneel gedrag of van het onvermogen om aanwijzingen te begrijpen)
5. heeft vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten
6. vermijdt vaak, heeft een afkeer van of is onwillig zich bezig te houden met taken die een langdurige aandacht (langdurige geestelijke inspanning) vereisen (zoals school- of huiswerk)
7. raakt vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of bezigheden (bijvoorbeeld speelgoed, huiswerk, potloden, boeken of gereedschap)
8. wordt vaak gemakkelijk afgeleid door uitwendige prikkels
9. is vaak vergeetachtig bij dagelijkse bezigheden

2.

Zes (of meer) van de volgende symptomen van hyperactiviteit-impulsiviteit zijn gedurende ten minste zes maanden aanwezig geweest in een mate die onaangepast is en niet past bij het ontwikkelingsniveau:

* Hyperactiviteit

1. beweegt vaak onrustig met handen of voeten, of draait in zijn/haar stoel
2. staat vaak op in de klas of in andere situaties waar verwacht wordt dat men op zijn plaats blijft zitten
3. rent vaak rond of klimt overal op in situaties waarin dit ongepast is (bij adolescenten of volwassenen kan dit beperkt blijven tot subjectieve gevoelens van rusteloosheid)
4. kan moeilijk rustig spelen of zich bezighouden met ontspannende activiteiten
5. is vaak "in de weer" of "draaft maar door"
6. praat vaak aan een stuk door

* Impulsiviteit

1. gooit het antwoord er vaak al uit voordat de vragen afgemaakt zijn
2. heeft vaak moeite op zijn/haar beurt te wachten
3. verstoort vaak bezigheden van anderen of dringt zich op (bijvoorbeeld mengt zich zomaar in gesprekken of spelletjes)

B. Enkele symptomen van hyperactiviteit-impulsiviteit of onoplettendheid die beperkingen veroorzaken waren voor het zevende jaar aanwezig.

C. Enkele beperkingen uit de groep symptomen zijn aanwezig op twee of meer terreinen (bijvoorbeeld op school {of werk} en thuis).

D. Er moeten duidelijke aanwijzingen van significante beperkingen zijn in het sociale, school- of beroepsmatig functioneren.

E. De symptomen komen niet uitsluitend voor in het beloop van een pervasieve ontwikkelingsstoornis, schizofrenie of een andere psychotische stoornis en zijn niet eerder toe te schrijven aan een andere psychische stoornis (bijvoorbeeld stemmingsstoornis, angststoornis, dissociatieve stoornis of een persoonlijkheidsstoornis).
[bewerken] Diagnose

De DSM is in feite een turflijst van gedragingen. De DSM doet geen enkele uitspraak over oorzaak van bepaald gedrag of de juiste behandeling van dit gedrag. Over het gebruik van het woord 'diagnose' na enkel het beschrijven van het gedrag mbt. van de DSM, valt wel wat af te dingen.

Het is niet altijd gemakkelijk om het juiste type te bepalen. De overgangen tussen de verschillende typen verlopen vloeiend. Ook verschillen de combinaties van eigenschappen per individu. Jongens met ADHD kampen vaker met hyperactiviteit, impulsiviteit en gedragsproblemen, terwijl meisjes met ADHD wat vaker van het ADD-type zijn.
Zie ook het overzicht van de DSM-criteria: Symptomen en diagnose.[2]

Elke arts is bevoegd om de diagnose ADHD te stellen, maar de stoornis wordt doorgaans vastgesteld door een psychiater of psycholoog of door een orthopedagoog met in ieder geval een basisaantekening psychodiagnostiek (BAPD). Deze zijn hiervoor specifieker opgeleid. Alleen een arts is bevoegd om eventueel medicatie voor te schrijven.
Voor het diagnosticeren kunnen verschillende tests en observaties worden gebruikt. Er bestaat geen standaardtest.

Volgens de huidige inzichten komt ADHD bij 3 tot 5% van de kinderen voor en bij zeker 1% van de volwassenen. Bij ADHD spelen ook erfelijke elementen een rol. Het komt dan ook regelmatig voor, dat er ook bij een van de ouders sprake is van ADHD, vaak zonder dat ooit de diagnose is gesteld. In het verleden werd ADHD bij kinderen vaak niet onderkend. Voor zover dat wel het geval was, was men algemeen van mening, dat de symptomen vanzelf geleidelijk zouden verdwijnen en dat ADHD bij volwassenen niet voorkomt. Dit blijkt maar in zeer beperkte mate het geval. Wel veranderen de symptomen, omdat de volwassene na verloop van tijd beter met zijn/haar beperkingen leert om te gaan en de maatschappij aan volwassenen andere eisen stelt.
[bewerken] Bijkomende problematiek

In een Nederlands onderzoek uit 2001 onder 141 volwassenen met ADHD die daarvoor bij een psychiater onder behandeling waren bleek dat circa vier van de vijf patiënten last had van een of meer bijkomende stoornisen.[3] Het ging daarbij met name om angststoornissen, depressie, verslavingsproblemen en persoonlijkheidsstoornissen.[3] Uit een ander onderzoek onder 105 volwassenen met ADHD uit 2006 kwam naar voren dat ADHD een negatieve invloed had op een groot aantal terreinen, zowel lichamelijk en psychisch als sociaal en economisch. De kwaliteit van leven werd lager ervaren dan gemiddeld. [4]

ADHD in combinatie met dyspraxie wordt ook wel het DAMP-syndroom genoemd.

http://nl.wikipedia.org/wiki/ADHD

Plaats reactie

Terug naar “Persoonlijkheidsstoornissen (verborgen)”